donderdag 27 mei 2010

Wat ons opviel

Morgenochtend, half negen Chinese tijd, vertrekken we uit Dali. Dan nemen we weer afscheid van Jop, onze mooie wijze zoon. Hij blifft voorlopig nog in Dali wonen, neemt zijn intrek in een guesthouse in de CanShang bergen. Daar werkt hij verder aan zijn boek. In augustus gaat hij naar Noord India met een vriendin. En daarna..... weet hij nog niet. We zullen het zien.

Dit is dus het laatste logje, want vanaf morgenochtend zijn we voortdurend onderweg. Eerst reizen we naar KunMing, daarvandaan vliegen we naar Beijing. Zaterdagochtend vertrekken om elf uur om 's middags rond drie uur Nederlandse tijd te arriveren.
Het zal wennen zijn. Weer terug in Nederland maar voornamelijk: weer met zijn drieen, zonder Jop. We weten nu wel op wat voor prachtige plek hij woont en leeft. We hebben het heel mooi gehad de afgelopen weken, zo met zijn vieren.

Maar, we laten jullie niet zonder leeswerk achter. Hier nog een overzicht van alles en alles waarover we niet schreven, maar wat ons wel opviel. Komt ie!

Ruut:

• De vuilniswagentjes die hun komst met een vrolijk muziekje een aantal keren per dag aankondigen.
• De vele straatvegers die van 's morgens vroeg tot 's avonds laat actief zijn om de straten brandschoon te houden.
• De vele winkeltjes in de straten, vaak allemaal met hetzelfde aanbod (drinken, sigaretten, wc-papier en lichte versnaperingen).
• De vele oude vrouwen met kromgebogen ruggen van het levenslang torsen van lasten op hun rug, waarvan de leeftijd voor ons moeilijk te schatten is.
• De man met albinohuid die continue wrijvend in zijn ogen, zich moeizaam een weg baant vanwege zijn ernstige gezichtsproblemen.
• De traditionele klederdrachten in de meest bonte kleuren.
• De statige houding van de mannen en vrouwen.
• De vele restaurantjes, waarbij je je als gast in feite in de woonkamer van de familie bevindt. De ruimte boven het restaurant wordt gebruikt als slaapruimte.
• Het enorme vakmanschap wanneer het gaat om houtsnijwerk, steenhouwen.
• Het niet aflatende doorzettingsvermogen van de straatverkoopsters en de door hun gebruikte tactieken om toeristen te verleiden hun waar te kopen.
• De overdekte markten die alles tonen wat het land te bieden heeft op het gebied van groenten, vlees en vis, waarbij het vlees niet afgedekt op de kraam ligt en waaruit sommige varkenskoppen het bloed nog druipt. Alle geuren en kleuren komen hier samen wat een bezoek aan de markt altijd tot een opwindend bezoek maakt.
• De heerlijke vruchten als rambutan, papaya, chinese appels- en peren en andere vruchten waarvan ik de naam niet ken, maar die heerlijk smaken.
• De man met zijn vergroeid gezicht, waarbij de linkerhelft twee keer zo groot is, waardoor zijn linkeroog op de plaats zit, waar normaal gesproken zijn oor had moeten zitten.
• De bedelaars die je onophoudelijk bestoken met hun uitgestoken hand en die soms zelfs handtastelijk worden, juist als je hen iets gegeven hebt.
• De mensen zonder benen die zich voortbewegen op een soort zeepkisten met wieltjes zonder rubber.
• Het continue claxonneren bij het inhalen.
• De stilte die electrische scooters met zich meebrengen en het gevoel hierbij dat er iets niet klopt.
• De bakfietsen die overal voor ingezet worden, van personenvervoer tot het vervoer van varkensdelen.
• De schoolkinderen in hun op de marinepakjes gelijkende uniformen.
• De vrachtwagentjes met hun sterke opgevoerde tractormotoren, die elke bergweg aan kunnen.
• Het goed georganiseerde openbaar vervoer wat door de bussen onderhouden wordt tegen lage prijzen.
• Het gevoel dat China tussen twee tijdperken in zit en zich opmaakt voor de grote sprong voorwaarts.
• Het eren van tradities zich o.a uitend in de geluksspreuken naast de deuren, de posters op de deuren en het branden van grote wierookstaven naast de deuren.
• Het respect voor de natuur; in de bergen zijn legio mannen/militairen/boswachters actief om te voorkomen dat er brand uitbreekt of om te voorkomen dat het er een puinhoop wordt. Dit gaat zelfs zo ver, dat het wandelpad door de bergen een aantal keren per dag door een mannetje aangeveegd wordt.
• De graven in de bergen; prachtig uitzicht op het dal als je gestorven bent.


Ilse
• De enorme gastvrijheid en vriendelijkheid. Ze duwen je zo een stoel(tje) of kruk onder je gat: kom er maar bij.
• De thee-cultuur. Wat voor ons wijn is, is in China de thee. Hele winkels vol met alleen maar thee, thee, thee. In verhouding is thee hier ook behoorlijk aan de prijs.
• De Dalinezen hebben vaak een glazen of plastic doorzichtig theepotje mee, eerder een soort maatkan, met deksel en bovenin een thee-houdertje. Het ziet er uit alsof ze met potjes pies op stap gaan. Taxi-chauffeurs bijvoorbeeld hebben altijd zo'n potje tussen de bestuurders- en passagiersstoel staan.
• Dat zoveel vrouwen hier, ondanks de warmte, gekleed gaan in een lange broek met een truitje en een vest of andere (in mijn ogen) veel te warme kleding
• Dat hier zoveel mooie, goede schoenen worden geproduceerd en ook heel veel een haast hoeren-achtige stappertjes met hakken van 10 cm
• Dat veel heel jonge vrouwen en meisjes er ontzettend sexy bij lopen, in heel korte jurkjes lopen met daaronder mega-hooggehakte frele schoentjes.
• Dat heel veel jonge jongens heel hippe kapsels hebben. Jaren 80-haar, noemde Koen het. Grote haast suikerspin-achtige bossen haar, vaak geblondeerd of rood geverfd.
• Dat Chinezen ontzettend mooi haar hebben. De vrouwen vaak lange sluike haren, zwart en spiegelend. Om jaloers op te worden.
• Jonge meisjes en vrouwen in China vinden wij heel erg mooi. Zo frele en welgevormd, met dat mooie haar en die prachtige ogen.... We raken er niet op uitgekeken gewoon.
• Er is zo goed als geen make up te koop. Zelden vind je een schap met lipstick e.d. Wel zijn er talloze smeersels en allerhande soorten shampoo te koop.
• Chinese meisjes zijn een beetje plagerig en pesterig. Ze plagen onze jongens maar wat graag.
• Dat zowel de mannen als de vrouwen werken maar laatstgenoemden zie je 's avonds nog allerlei opruim- en schoonmaakwerk doen bijv. in hun restaurants. Op de daken zie je de vrouwen de was ophangen of weer binnenhalen. De mannen rusten uit na gedane arbeid, gaan met elkaar praten en spelletjes spelen.
• De hurk-wc's. Lijken op de Franse sta-wc's of bestaan uit een goot overdwars waar je bovenhangend moet plassen en poepen. Associaties met Koot en de Bie: kunstpoepen.
• In restaurants altijd hurk-wc's, vaak moet je het wc-papier in bakjes gooien. Altijd wel een pamflet aan de muur: no shitting allowed. Lastig als je net even zin had om nu eens goed te gaan poepen....
• In openbare wc's is geen privacy. Er zijn daar wel zit-wc's maar daar zijn geen of heel lage muurtjes omheen.
• In onze hotelkamer is weliswaar zo'n zit-wc, maar dan zonder deur en met slechts 1 schotje ervoor. Bij het ontlasten verzoeken wij mede-kamer-bewoners even naar buiten te gaan.
• Het dansen op straat door de vrouwen. We hebben ze zien oefenen in donkere hoekjes op straat,. Een leidster ervoor, gettoblaster voluit, chinese muziek schallend terwijl de vrouwen allerlei ingewikkelde pasjes oefenen. Ze hebben echt lol, het ziet er ontzettend gezellig uit. En bijna elke avond dansen er hier grote groepen vrouwen op straat voor publiek, vlak bij de Oude Poort. Wie zin heeft, gaat erbij staan en doet mee. Vooraan staan heel heeeel vertederend, schattige kleine meisjes in klederdracht, die perfect kunnen dansen.
• De talloze tempels en tempeltjes die je op de meest onverwachte plaatsen tegenkomt. Gewiekst zijn ze er wel. Come in! Zeggen ze. Nieuwsgierig en onderdanig stap je binnen, je krijgt drie wierookstokjes in je knuistjes geduwd. Mag je voor Buddha op je knieen, drie keer buigen, dan de wierook branden en dan..... doneren svp. Doe maar 100 Yuan, fluisterde een monnik me toe, toen hij met hoorde berekenen hoeveel te geven.
• Dat er hier redelijk veel Moslims zijn. Er is ook een Moskee vlakbij. En een Katholieke kerk. We zagen af en toe meisjes in communie-jurkjes.
• De bureaucratie die je overigens op de meest vreemde plaatsen tegenkomt. Midden op een berg bijvoorbeeld stond een prachtig oud bureautje, daaromheen vier, vijf kerels, militairen, druk te ouwehoeren. Daar moet je als passant je naam e.d. invullen.
• Dali is een prachtige, levendige stad. Okay, toeristisch, maar het er zo heerlijk bruisend, gezellig en ziet er zo mooi uit. De stad heeft overigens een enorm groot oppervlak. Toeristen komen terecht in de Old Town. Het mooie daar is, dat het dagelijks leven dwars door het toeristengebeuren beweegt. Schoolkinderen die langslopen, huisvrouwen, oude mensen, de aan- en afvoer van handelswaar en eten op karren en bakfietsen, achterop brommers en scooters..... Het gebeurt allemaal op straat.
• Het aangelegde wandelpad in de CanShang bergen hier bij Dali. Geweldig, wat een klus moet dat ook geweest zijn. Wij hebben er een deel van gelopen, maar het gaat nog verder richting de Wu Wei Si tempel.
• De taal is moeilijk want het is een klankentaal. Maar toch: de zinsopbouw is als die van ons, werkwoorden worden niet vervoegd. Het tellen is niet zo moeilijk. Maar: alles valt of staat met een voor de Chinezen herkenbare uitspraak.
• De vogels hier! Ongelooflijk, wat mooi! Heel anders dan bij ons. Okay, er zijn ook hier mussen en merels maar daarnaast zien we af en toe exemplaren.... en we hebben geen idee hoe ze heten.
• Er is nog steeds weinig aan computers en internet en internetcafe's. We zien hier zeker geen I-Pads. Ook geen I-Pod's. Wel ongelooflijk veel mobieltjes. Jong en oud loopt mobiel te bellen hier op straat. Grappig: in een stoffig klein dorp als Shuang Lang telden we op de hoofdstraat zo'n vijf mobielshops. Helemaal hip ingericht!
• De vele kleine schoothondjes, soort van Pekineesjes. Daarentegen het groot aantal zwerfhonden. De schoothonden eten overigens wat de pot schaft. Ook veel waakhonden. Loslopende vlezige grote honden zijn de klos. Die worden opgevreten. Sterven een pijnlijke dood, worden doodgeknuppeld. Niet zo fijn om te weten.
• Als je als kip 's ochtends door de kok van de markt wordt meegenomen, de hele dag in het restaurant mag rondlopen, weet je wat er 's avonds op de menukaart staat: kippensoep.
• Best wel sadistisch: een bak met kleinere vissen in het water bij de ingang van een restaurant. Mannen rond de tafel, aan het eten. Een vis was eruit gesprongen, maakte grote salto mortales (met recht) achter hun rug. Ze aten doodgemoedereerd door.....
• De verkoop van bloemen in stalletjes. In die zin weinig verschil met Nederland. Prachtige heerlijk geurende snijbloemen. Opvallend is wel, dat ze de puntjes van de rozenblaadjes wegknippen, waardoor ze recht worden afgetopt.
• Weinig katten hier. Een kat is een Mao btw, een hond een Go en een hondenscheet een Go Pi. GoPi betekent figuurlijk: onzin.
• De echt heeel oude vrouwtjes die op straat Lotusbloemen verkopen en andere kleine dingen. Ze zien er heel schattig uit, maar probeer ze maar eens bij je restaurant weg te krijgen → heksen.
• De geluiden die uit de school komen. Eind van de middag regelmatig fanfaregetetter door een krakende megafoon. Gevolgd door iets dat waarschijnlijk gymlessen zijn en toespraken door de hoofdmeester... Het klinkt heel maoistisch in onze oren.
• Het ongelooflijk moeilijke schrift. Elk teken is in feite een kort verhaal, oorpronkelijk met meer tierelantijnen getekend, later, in de loop der eeuwen vereenvoudigd.
• Overal de rode lampionnen of Rode Lantaarns. Voor elk huis, op elk terras, in winkels...
• Dat ze zo gek zijn op spelen en spelletjes en gokken. Daar hebben we een logje aan gewijd.
• De rosse buurt hier in Dali, oogt Thais. Kiosken, rood verlicht, tientallen sexy uitgedoste jonge meisjes op banken.
• De keiharde massages hier. Hebben we een logje over geschreven.
• Tandenpoetsen voor je restaurant of winkel, gewoon, op straat. Net zoals je haren wassen, drogen en kammen. Doe je allemaal buiten.
• Zitten is hier vnl.: hurken. Ze zijn ongelooflijk lenig, met platte voeten gehurkt zitten... wij kunnen het niet.

Nou, we gaan. Tot ziens weer in Nederland, familie, vrienden, collega's. Dank jullie wel voor het lezen en de reacties.
Speciale dank voor Peter Marinus, onze zwager, die zo aardig was bijna elke dag een logje voor ons te plaatsen.

woensdag 26 mei 2010

Over lantefanteren, stomme masseurs, Tai Chi, boeken, Dali Gelati, popsterrendom en dancing on the street

We lantefanteren. Deze laatste dagen in Dali brengen we door met kuieren, boodschapjes doen, cadeau's kopen, thee drinken in de hoteltuin en eten in de stad.

Vanochtend bijvoorbeeld hebben we een park bezocht hier in Dali Old Town. We belandden zo vanuit de drukte in de sereniteit van een aangelegd stadspark. Vijvers vol Lelies, botanische tuintjes en hoe verrassend: blijkbaar is dit park een plek voor professionele musici om te oefenen. Een man speelde klassieke chinese stukken op de Chinese dwarsfluit. Wat verderop klonken de melancholische klanken van een Chinese viool.
Een veldje daarna werden we welkom geheten door het getwinkeleer van tientallen zangvogels. Hun eigenaars hadden hun kooitjes in de bomen gehangen en zaten te genieten van het vogelgezang. Verwonderd bleven we staan, niet geheel tot genoegen van de mannen. Ze vonden dat wij de vogels deden verstommen. Verbaasd liepen we verder en genoten verder van de rust, keken naar de mensen die hun Tai Chi oefeningen deden, de oma's en opa's met hun kleinkinderen. De een deed haar kleinkind in de rieten boodschappenmand op haar rug, de ander zette zijn kleinkind voorop de brommer. Braaf klemde hij zijn handjes om het stuur, achter hem werd de zangvogel in zijn kooi geplaatst en daar gingen ze.

's Middags zitten we veel in de hoteltuin, drinken groene thee en kletsen. Jop schrijft en beoefent Thai Chi (zie filmpje), Koen leest Confusius, ik Kafka op het strand van Murakami en Ruut droomt, waarover later in dit logje.
Vanmiddag las Jop voor uit het boek dat hij schrijft. Aandachtig luisterden we. Af en toe ontroerd, zowel vanwege de inhoud van het boek alswel vanwege het besef dat we over een paar dagen weer afscheid nemen. Het boek wordt prachtig, poetisch, met een knap in elkaar gezet verhaal. Hij laat het door een vriend uitwerken en zoekt een Amerikaanse uitgeverij in eigen beheer. Koen bespreekt op dit moment het ontwerp voor de site voor Jop's boek.

Gisterochtend hebben Ruut en ik nog eens Chinese masseurs bezocht. Een oudere man en zijn dochter, ons warm aanbevolen door een kennis van Jop die we bijna elke dat wel even spreken. Dit keer waren de masseurs geen kwelgeesten maar gedegen ervaren professionals. De man is al 77, de vrouw is eind 50. Beiden zijn stom, dat wil zeggen, ze kunnen niet praten. Ruut werd door de vader gemasseerd, ik door de dochter. Heerlijk, ze heeft een uur lang mijn voeten vertroeteld. Eerst lekker met de puimsteen schuren, daarna invetten en vervolgens rikktetikken, knijpen en kneden. Hemels gewoon. Of we veel reclame voor ze wilden maken, vroegen ze in gebarentaal. Natuurlijk, gebaarden wij terug en ze gaven ons hun folder mee. Dus hierbij. Ben je in Dali, wil je een goede massage, ga dan naar Ge's massage Center. Master Gejinbao masseert geweldig goed en geneest door middel van zijn Hand Down Massage. Hij deed voor hoe iemand met slepend been binnen kwam en opgewekt verend, gezond van lijf en leden, zijn massagesalon verliet. We geloofden hem op zijn 'woord'. Zijn dochter heeft het talent van haar vader georven. Beiden geven ze dan ook les aan studenten op internationaal niveau.

Nu over het gedroom van Ruut. Of eerder: zijn droom. Vanavond gaan we eten bij een favoriet restaurant en hij heeft tijdens dat eten meteen een zakelijke afspraak met de eigenaar. Zijn aloude plan om 'ergens' een ijssalon te beginnen, is weer op komen borrelen. Dali Gelati gaat het heten. Hij heeft al een aantal anderen hier over gesproken, waaronder een Duitse die hier een Duitse Bakkerij is begonnen. Zou het er nu echt van komen?? Dat betekent in elk geval dat hij ijs moet leren maken, papieren moet halen, Chinees moet leren spreken en schrijven en lezen, hier zijn weg moet vinden en een aantal Dalinezen in dienst moet nemen. Dali Gelati, onthoud die naam!

En nu is het avond, bijna half tien en we hebben gegeten en lekker gekuierd door Dali Old Town. Ruut heeft de zakelijke gegevens mee van George, de restauranthouder. En.... willen jullie iets bijzonders lezen? Nou? We worden hier soms benaderd als ware popsterren. Eerst konden we het niet helemaal plaatsen: werden we nou voor de gek gehouden of niet? Maar het is waar. Mensen willen met ons op de foto en bedanken ons uitbundig na het poseren. Zojuist werden Jop en Koen werkelijk waar omringd door tien prachtige jonge vrouwen. En ook Ruut en ik werden verzocht te poseren. Als dank kregen we een rode Roos. Dat wordt weer wennen jongens, straks, als we weer door de Albert Heijn lopen in Krommenie. Niks geen geadoreer meer. We genieten er nog maar even van.

En oh ja! Bijna elke avond danst er ergens in Dali wel een heel grote groep vrouwen. Gewoon, buiten, op straat of op pleinen. Ze zetten de muziekinstallatie voluit, een dame doet de pasjes voor en daar gaan ze. Jong en oud doet mee, echt, heel kleine meisjes van vijf, zes jaar. En die doen het goed! Een enkele man waagt zich er ook tussen. Ik vind het zo leuk, ik blijf altijd kijken en wiebel vanzelf een beetje mee. 'Kom op, doe mee!' riep een vrouw. Ik proberen maar oh lala, het ziet er zo makkelijk uit, maar wat is dat moeilijk! Ingewikkelde pasjes en dan ook nog van alles doen met je armen. Bekijks had ik wel! En lol ook.

dinsdag 25 mei 2010

He Yue = Zwarte Maan




Elke dag, werkelijk elke dag is het hier mooi weer in Yunan. Een enkele keer worden we verrast door een kort verfrissend buitje, maar dat mag geen naam hebben. We hoorden zelfs dat het hier al een half jaar niet meer echt geregend heeft. De provincie kampt dan ook met droogte. Zelfs de rijstteelt is erop aangepast. Uit voorzorg is er minder jonge rijst geplant. Tijdens onze wandelingen zien we ook veel droge rivierbeddingen. De rivier hier vlak bij het hotel is, op een gorgelend stroompje na, ook zo goed als droog.

De afgelopen weken werd het warmer en warmer. Het leren jack dat ik droeg op de heenreis, ligt al weken opgevouwen in mijn koffer. Het is hier gemiddeld 25 graden en de zon schijnt elke dag, bijzonder aangenaam weer dus.
Gisteren was het echter broeierig als een hete augustusdag in Nederland. Zo'n dag dat je blij bent wanneer er onweer losbarst. De dagelijkse wandelingen door Dali vielen ons zwaar. Onze bloedsomloop was stroperig, ons wandeltempo lag laag. 's Avonds voelden we ons helemaal bezweet en stinkerig. Jop daarentegen totaal niet, maar ja, die is nog maar 24 en zo slank als een Den. Koen verblijft dezer dagen in de bergen, heeft een kamer in Highlander Inn. 'Wat zal het daar lekker koel zijn', zeiden we laat op de avond tegen elkaar, bij een kop verkoelende groene thee. Verlangend keken we naar het CangShang gebergte, daar waar we hem wisten.

Toen we zo rond half twaalf aanstalten maakten naar bed te gaan en door de hoteltuin liepen, zag ik ineens een wolk als een deken boven Dali hangen. De rand van die wolk werd zilverwit verlicht door de maan erachter. 'Oh, kijk, wat mooi', riep ik uit. Omhoogkijkend liepen we naar onze hotelkamers die bovenin het gebouw liggen. Daar is het uitzicht weids en kunnen we de hemel goed bestuderen. 'Kijk toch eens', riep ik nog eens. 'Wat een raar gezicht. Om de maan heen zie je een heel grote donkere cirkel. Het is net een heel grote donkere schaduw. Een soort zwarte maan. Daaromheen weer een aureool, of hoe je het noemt!' Wel een half uur bleven we staan kijken. Af en toe piepte de maan tevoorschijn, dan verdween ze weer eventjes achter die grote wolkendeken. De zwarte maan om haar heen echter bleef intact evenals het aureool. De zilveren wolkenrand kleurde her en der ook nog roze en oranje-geel als de maan zichtbaar werd. Ruut haalde zijn Pentax, klom op het torentje met de waterpomp, hoger kon hij niet komen en maakte bijgaande foto.

Vannacht werden we wakker door het gekletter van de regen op het dak. Dat verschijnsel met de maan bleek dus een vooraankondiging van ander weer. Van regen.
Vanochtend regende het nog steeds en nu, eind van de middag neemt het ietsje af. De wolken om ons heen trekken op, we zien de bergen aan de overkant van het Erhai meer weer.
De nabij gelegen rivier kolkt en in het stadje hoor je het water door de onder- en bovengrondse goten bruisend stromen. Een heerlijk geluid.

zondag 23 mei 2010

Het feest van de vissers


Met een mengeling van trots en enthousiasme vertelt ze me van een muzikaal evenement. 'Morgen, op het meer, in een boot, kun je luisteren naar speciale muziek', zegt ze in haar zacht en zangerig Engels. Ze overhandigt me een folder en houdt haar vinger onder belangrijke gegevens. 'Aaah', zeg ik, 'ja, die man ken ik, die was hier laatst. Julien Clauss, een Fransman die ook in Duitsland woont.' 'Klopt', zegt ze verrast, 'en hij woont ook een deel van het jaar hier, in Dali. Wij verhuren ons oude huis aan hem en zijn gezin. Hij is een vriend van me.' De tweede muzikaal kunstenaar is Leaurant Jeanneau alias King Kong. Ze hebben samen muziek voor op het meer gecomponeerd, lees ik. Morgen kunnen we het komen beluisteren. Ik dank de receptioniste en bespreek het evenement later op de middag met Ruut. ' Zulllen we gaan? Mij lijkt het ontzettend mooi.' 'Tuurluk', zegt hij. We reserveren twee plaatsen.

De volgende dag zwaaien we eerst de jongens uit. Ze vertrekken per taxi naar de tempel. De komende dagen wordt er weer getraind door de heren. Ze hebben er zin in.
Een uur daarna vertrekken Ruut en ik naar de Duitse Bakkerij, nr. 88, waar we worden opgepikt door een busje.
Daar blijken we niet de enige enthousiastelingen. Met ons gaan er nog zo'n 50 mensen mee, de groep bestaat uit jonge artistieke Chinezen en een aantal Europese toeristen, waartoe we zelf behoren.

Aan het Erhai-meer wachten de vissers. Gewoonlijk ga je als toerist hier de aalscholvers bekijken. Die zitten nu braaf op een paar boten, zijn zo te zien klaar met hun werkje: vis vangen voor de vissers. Ze hebben het touw dat voorkomt dat ze de vis doorslikken, nog om hun halzen geknoopt.
Al vanaf de kade zijn de esotherische klanken hoorbaar. Het klinkt als de 'laat op de avond muziek op radio Canvas'. Vervreemdende klanken, mechanisch, organisch, dierlijk. Het is geen melodieuze muziek, het zijn klanken en geluiden.

De vissersmannen brengen ons in hun prachtige grote Chinese roeiboten van staal naar het meer. Kleine, tanige kerels zijn het, gekleed in klederdracht. Lomsterk moeten ze zijn. In elke boot zitten zo vijf a zes volwassenen.
Als we dichterbij de geluidsbron komen, zien we hoe het werkt. Zo'n vijf boten liggen verspreid over een vierkante kilometer voor anker. Op elke boot is een grote megafoon geplaatst. Elk brengt zijn eigen geluid voort. Geluiden, gecomponeerd door de muzikaal kunstenaars. De geluiden werken tegen elkaar in, reageren op elkaar, ontmoeten elkaar onderweg. In elke geluidsboot zit een Bai-man – of vrouw in klederdracht. De roeiers brengen ons steeds naar een andere geluidsboot, varen ons dwars door de geluidseffecten. Ze houden bij elke geluidsboot een tijd stil. Overal klinkt het net weer even anders.
We genieten! Van het varen, de zon, de wind, de adembenemend mooie omgeving, de esotherische geluiden en we bewonderen het concept. Ruut schiet plaatje na plaatje, ik film en kan gewoon niet kiezen waar ik de aandacht op wil vestigen. Op de beelden of op het geluid. In een boot zit een professionele cameraman. Zo te zien wordt het evenement voor iets op tv gefilmd.

Na een paar uur, het is inmiddels na vijven, roeit onze man ons terug naar de kade. We begrijpen het niet helemaal maar als we aanmeren zegt een van de Chinese medepassagiers, dat zij en haar girlfriend moeten plassen. Of we gewoon willen blijven wachten, ze komen zo weer. We voelen ons ietsje beteuterd, want op het meer gaat het muzikaal festijn gewoon door. We missen wat. Na een kwartier zien we dat ze hapjes kopen bij de stalletjes. Het lijkt erop, dat ze alle tijd nemen om te gaan eten. Net als we sjagerijnig worden, nodigt een andere Chinese dame ons uit om bij haar aan boord te komen. Zij gaan weer terug. Goed idee! We stappen over. Gelukkig maar, deze mensen zijn gezellig. Zitten lekker aan een Dali biertje en wat sateetjes.
Al snel bevinden we ons weer in de esoterische zone. Maar niet voor lang. 'Kom', zegt de Chinese dame tegen de roeier, 'breng ons eens naar die geluidsboot'. Eerder zagen we al dat daar veel gezelligs gebeurt. Er werd een heuse Chinese pijp gerookt en gezongen en gelachen. We varen naar een boot waarin een Bai vrouw. een lokale bekendheid, aldus onze roeier: de beste zangeres van hier. 'Zing je wat voor ons', vraagt de Chinese dame. De Bai vrouw zet meteen met hoge falsetstem een lied in over Dali. Geboeid luisteren we, onze Chinese medepassagiers klappen uitbundig. De vrouw voelt zich aangemoedigd en zingt verder. Nu begint onze roeier ook. Hij opent zijn tandarme mond en zingt zijn lied. De Chinese dame vertaalt in grote lijnen waar ze over gaan. Over Dali, het meer , de liefde, de vijf schoonheden van het dorp....
Dan varen we naar een andere Bai vrouw. Een ontzettend knappe vrouw, weliswaar wat op leeftijd maar mensenlief, wat is ze mooi. Dat vindt onze roeier ook. Als ze een paar liedjes heeft gezongen, stapt hij bij haar in haar boot, slaat zijn arm om haar schouder en samen zingen ze een nieuw lied. Ontroerd kijken we toe. Onze Chinese medepassagier, een vrouw uit Shanghai, krijgt ook al de smaak te pakken. Ze stapt ook over en zingt en danst prachtig mee. Wij kijken met open mond en klappen na elk lied. Andere boten komen naast ons liggen en voor we het weten zingen de andere roeiers ook mee. Geweldig!
Ondertussen klinken daar de esotherische klanken van de Duits-Franse kunstenaars dwars doorheen. De roeiers en de vrouwen krijgen de smaak nu te pakken. Het wordt hun feestje, steeds meer bootjes komen op het gezang en vrolijkheid af.

Na zonsondergang vaart een aantal roeiers terug, een aantal blijft binnen de esotherische zone liggen. Wij behoren tot de eerste groep. Aan wal wordt een DVD met Bai muziek en dans opgezet in het botenhuis. Een groep vrouwen zit genietend voor de buis. Wij schuiven gezellig aan, krijgen direct stoeltjes en eten aangeboden. Daarna verplaatst iedereen zich naar buiten. Daar klinkt ook muziek en voor we het weten staat het halve dorp te dansen. Wat een feest! Echt super super jammer dat wij terug moeten naar Dali Old Town. Terwijl wij terugbussen wordt achter ons onverdroten voortgefeest.

vrijdag 21 mei 2010

Xingming = naam






'Jop', vraag ik. 'Stel, we komen hier wonen.... hoe moeten we onszelf dan noemen en hoe schrijven we onze naam? Kun je de letters van onze namen stuk voor stuk omzetten naar een Chinees teken? Moeten we onze naam in stukken hakken en omschrijven in het Chinees? Kun je uberhaupt onze namen zomaar omzetten in het Chinees? Het zegt ze hier natuurlijk niks, Ilse, Ruut, Jop en Koen. Misschien betekenen onze namen wel iets heel erg geks in het Chinees. Puntmuts ofzo, of fluim.'

Volgens Jop werkt het anders. 'Je kunt je naam niet zondermeer omzetten, dat kan gewoon niet omdat onze namen hier inderdaad vaak iets anders betekenen en niet zomaar beschreven kunnen worden.
Elk Chinees teken betekent iets, is eerder een begrip dan een letter. Het zijn eigenlijk een soort logo's of kleine beeldverhalen.
En als je hier komt wonen en je jezelf een naam wilt geven, dan kun het beste een mooi woord opzoeken dat op jouw naam lijkt, tenminste, die in de uitspraak hetzelfde klinkt. Als dat woord ook nog iets betekent dat je aanspreekt, wordt dat je naam.'

Hij verzint er direct een aantal voor ons, we kiezen elk onze naam.
En dit is het geworden, dit zijn onze Chinese namen:

RuDao, spreek uit: Juudhao (tweede lettergreep heel kort, nadruk ligt op de eerste, de
R spreek je hier uit als een dikke J).
Betekenis: de Natuurlijke Weg

YiZi, spreek uit: Izsjh (Nadruk ligt op de eerste lettergreep).
Betekenis: de Intentie

Jobbo, spreek je uit als Jobh (Nadruk ligt dus op de eerste lettergreep).
Betekenis: Gezegende Kennis

Kong, spreek uit Kohn (de laatste letter, de n, spreek je bijna niet uit).
Betekenis: Leegte

Jop gaat na zijn drie maanden Wu Wei Si een paar maanden naar Noord India. Daarna, in het najaar of begin winter, gaat hij weer terug naar China, naar een plaats die Yan Shao heet.
Daar kan hij Engelse les geven aan Mandarijn Chinees sprekende kinderen. Een parttime baan voor drie dagen. Daarnaast blijft hij Tai Chi, Chi Qong en Kung Fu beoefenen. Ook daarin wil hij (in de toekomst) les gaan geven.

Op bijgaande illu's zie je onze namen in Chinese tekens. Made by Jobbo.

donderdag 20 mei 2010

It hurts....

Genoeglijk zak ik in de zetel van oranje leder. De mannen, Koen en Ruut, laten hun haar knippen, ik mag wachten. Terwijl in hun coupe de schaar wordt gezet, kijk ik wat rond. Ruut's kapster kijkt me ineens aan, glimlacht en wrijft over haar arm. 'Huh?' denk ik. 'Message?' Vraagt ze. 'Massage?' vraag ik terug. 'Ja, wie, ik?', doe ik. 'Ja, massage', antwoordt ze. 'Nou, okay', is mijn reactie, 'xiexie!' Ze roept een collega, een kleine, tengere jongevrouw van naar ik schat zo'n 1.55 m met prachtig lang hip plukkerig haar, hoge hakjes en een jurkje dat niets aan de verbeelding overlaat. 'Wil jij haar massage geven', vraagt de kapster. 'Ja hoor, dat is goed', begrijp ik uit de reactie. Haar stem is laag en hees.

'Nou, spannend', denk ik, loop achter haar aan en kom terecht in een roze geverfde kamer waarin drie rode massagebedden op rij staan. 'Oh', roep ik, 'helemaal echt hier!' Zodat de mannen het maar horen. 'Een heuse massageroom!' Ze maken enthousiaste geluiden vanuit hun kappersstoel.
Ik ontdoe me van mijn schoenen en ga liggen. 'Moet ik mijn vestje ook uitdoen?' vraag ik. 'Neeheehee, geen sprake van', gebaart ze. 'Okay', en ik ga plat onderwijl denkend: 'Oh, nou ja, dan masseert ze zeker alleen het hoofd', en dat klopt, althans, daar begint ze mee.

'Ai', denk ik, 'ai....' terwijl die kleine Blanke Lelie mijn hoofd met haar keiharde vingertoppen en knokkels bewerkt, 'pittig hoor!' Kippenvel en zweet tegelijk, dat bewerkstelligt ze. Na tien minuten hoofdmassage is ze klaar. 'Zo', denk ik, 'gedaan'. Maar dan begint ze aan mijn hals en borstspieren.
'Allerjezus, dit doet zeer!', denk ik en probeer mijn pijn weg te zuchten. Wat krijg ik het warm, ook, ineens. Ze kneedt en knijpt en rolt met haar knokkels. Ik heb spijt dat ik mijn vestje aan heb gehouden, want de stof doet mijn huid branden. In de kapsalon hoor ik het zachte zoeven van de fohns. Verlangend kijk ik door de kier van het gordijn. 'OMG', denk ik, 'en ze denken dat ik hier verwend wordt. Dit is pure marteling. Zal ik zeggen dat het pijn doet? Neeeeh... dat is zwak, bovendien: dit is wel weer een heeeel speciale ervaring. Dit moet drukpuntmassage zijn, maar wat doet ze het hard! Dat doet de stoelmasseur op het werk nooit zo!'

Dan hoor ik Ruut praten. Het gordijn gaat open en ook hij betreedt de roze kamer, samen met zijn kapster. Ze wijst hem zijn bed. 'Ahaaa', denk ik, 'verlichting! Een mede-slachtoffer! Eens kijken hoe hij hier onder blijft.'

En ja, het helpt echt. Kijken naar een ander die dezelfde marteling ondergaat en ook net doet of hij het met gemak aan kan. Ik zie het zweet op zijn gezicht verschijnen. Mijn Lelie doet inmiddels aan spierballenrollen. Rechts is nog net aan uit te houden, links wordt onhoudbaar. Een spier ontvlamt. 'Als ze zo doorgaat, ga ik schreeuwen', denk ik. 'Uhm, oeh, it hurts', hoor ik mezelf zachtjes zeggen, een beetje a la Jacques Clouseau. 'It hurts', mompel ik nogmaals. 'Okay', zegt ze en mindert haar pressie maar gaat desondanks door met spierballenrollen. Daarna verplaatst ze haar activiteiten naar mijn hele arm en handen. Als ze tikt en slaat en mept, betekent het dat dit lichaamsdeel klaar is, leer ik inmiddels. Dan begint ze aan mijn benen!! 'Die benen, daar heb ik gisteren mee door de bergen gelopen. Oeh, wat zijn die spieren hard en die kuiten, wat zit daar allemaal aan rare drukpunten. Wat een gegloei!'
Koen is inmiddels gearriveerd. Zijn kapsel is helemaal hip Chinees, helemaal Woesh. Hij kijkt content. 'Heee', roepen we beiden onze stress van ons af! 'Heee, doe ook mee, laat je masseren! Het doet harstikke pijn!' 'Nou, nee', lacht Koen en gebruikt het derde bed als tribune om vandaar uit naar het gekronkel van zijn ouders te kijken.

'Well, what kind of massage is this? Shiatsu?' vraag ik. Onbegrip valt mij ten deel. 'Okay', zeg ik dan maar, 'you are very, very strong!' 'Ja, very strong', echoot Ruut en maakt stoere vuisten. 'Hihihi', giechelen ze allebei, 'Chinese Massage', en doen er nog een schepje bovenop. Ramperdepamperen extra hard over onze lichaamsdelen. 'Wuhhuhhuh', lach ik tegen Koen. 'Zal je zien! Gaat ze straks over mijn rug lopen he! Hahaha!'
'Turn around', gebaart mijn Lelie! 'OMG, Koen, het gaat echt gebeuren!' Maar nee, ze bewerkt slechts mijn rug en wervelkolom met haar ellebogen en knuisten en plukt met haar vingers mijn hele rug af, alsof ze me gniept. Als finishing touch leunt ze met haar hele gewicht op mijn romp. 'Poeh', denk ik... 'done...' Niet dus. Nu klimt ze echt op het bed en ja hoor: ze gaat met haar knieen op mijn rug zitten en loopt van onder naar boven. Een keer, twee keer.....drie keer. 'Koen! Koen! Kijk wat ze doet!' roep ik. Lacherig kijkt hij toe. Ruut geniet stiekem van het schouwspel, een sexy jongedame die over mijn rug kruipt.... en krijgt een heel andere eindbehandeling. Zijn kop wordt van zijn romp gedraaid.... althans, daar lijkt het verdacht veel op. Koen maakt snel een foto! Het is net iets van een kermisattractie! ' De man die zijn hoofd 360 graden om kan draaien!'
Mijn Lelie is inmiddels klaar en zit alweer in een kappersstoel haar eigen haar te fatsoeneren.
Opgelucht, glimlachend en heerlijk ontspannen ineens verlaten we de kapperszaak, onderwijl onze masseuses uitbundig bedankend. 'Ja, ja', zeggen ze, 'maar jij', en Ruut's kapster wijst naar hem, 'jouw nek... die zat een beetje vast....'

'It hurts too' Versie Ruut
Na een grondige knipbeurt wordt mij door mijn kapster een massage aangeboden. Het lijkt me heerlijk, omdat zij tijdens het wassen van mijn haren een aantal drukpunten op mijn schedel bewerkte met haar sterke vingers.
Ik ga op het aanbod in en volg de kapster naar de massageruimte waar Ilse al wordt behandeld. Ik had verwacht Ilse iets anders aan te treffen dan hoe ik haar nu aantref. In plaats van ontspannen op haar buik te liggen, tref ik haar daar met open ogen op haar rug aan met haar masseuse aan haar zijde.
Verwachringsvol trek ik mijn schoenen uit en ga liggen.
De paar drukpunten op mijn schedel die eerder gemasseerd, werden worden ook nu weer bewerkt. Het gaat echter verder....Met de handpalm worden mijn wangen en kaken aan een schrobbeurt onderworpen, waarbij ik vrees voor mijn toekomstig uiterlijk.
Wanneer ze mijn arm masseert valt me op, hoe sterk mijn masseuse is. Haar vingers boren zich als venijnige speren in mijn biceps, daarbij vlammende pijnscheuten veroorzakend. Via mijn linkeroor hoor ik van verre ' it hurts' binnen komen. Het is Ilse die aan de niet-Engels sprekende Chinese duidelijk maakt dat haar pijngrens met enige procenten wordt overschreden. Ik moet lachen...
Dit is echter van korte duur, want mijn masseuse neemt haar taak zeeeeer serieus en behandelt de ene spiergroep na de andere. En in iedere spiergroep worden die priemende, stevige vingers gezet, waar ik zo langzamerhand een haat-liefde relatie mee heb opgebouwd. De masseuses praten met elkaar. Ik kan alleen maar bedenken, dat zij met elkaar competitie aan het bedrijven zijn...
Voor de tweede keer hoor ik een zacht 'it hurts' vanaf de linkerzijde komen uit de mond van llse, ik kan mijn lachen wederom niet onderdrukken, wat voor de masseuse aanleiding blijkt om nog eens aan te zetten.
Mijn benen en kuiten worden onder handen genomen en iedere aanraking is weer een nieuwe ervaring in het vinden van de grenzen van wat ik aan pijn beleven kan. Hoe onwetend ben ik op dat moment nog...

Na het draaien op mijn buik wordt mijn rug bewerkt met een elleboog. Ondertussen zie ik de masseuse van Ilse in haar korte blauwe jurkje met dito panty op Ilse klimmen en haar rug bewerken met de knieeen. ' Staat dit me ook nog te wachten?' denk ik vertwijfeld.
Als mijn rug klaar is mag ik gaan zitten. Hierbij plant de masseuse haar voet in mijn rug en trekt daarbij fors aan mijn arm. Ik voel alsof ik gevierendeeld wordt. Eindelijk als ik denk dat het over is, pakt zij mijn hoofd in haar kleine, fijne handen en draait deze met een ruk naar links en daarna naar rechts. Even flitst een scene uit 'the Exorcist' aan mij voorbij. Maar voor ik het weet is het over en val ik uitgeput, maar gemasseerd terug op mijn rug en veeg de zweetdruppels van mijn voorhoofd.

woensdag 19 mei 2010

Peki Neesje


Ik ben Peki, Peki Neesje en ik woon in Shuang Lang. Van alle straathonden, en dat zijn er toch al snel 100 in ons dorp, ben ik veruit 't mooiste exemplaar. Zeg nou zelf! Vergeleken met die mislukte bulldog die denkt dat hij een Mastief is bijvooreeld en die kale neten Terrier die zichzelf Lassie noemt, ben ik toch gewoon het allermooist. Of wat zou je zeggen van die loopse teef met haar acht pups. Dat ligt daar maar onder de boom bij de markt met dat gebroed aan haar hangtepels. En wat voor soort die mormels zijn, geen idee! Eigenlijk is het ook geen vergelijk: ik ben een rashond, zij zijn dat niet.

Zoals gewoonlijk scharrel ik vandaag wat rond bij het restaurant van Li Chang. Dagelijks strijken hier toeristen uit heel China neer en een enkele keer een Europeaan. Kijk, en die moet je hebben, die grote blanke menselijke wezens, want die kunnen mij niet weerstaan. Vanzelfsprekend, zou ik zo zeggen, want ik ben ook onweerstaanbaar. Zojuist vleide ik me tegen de voeten van een groot blond vrouwelijk wezen. 'Ooooh', zei ze, 'ooh, wat een dotje', aaide me en liet wat rijst voor me op de grond vallen. 'Jammer alleen dat ze het niet op kan eten met dat vervomde bekkie van d'r', zei ze maar dat verstond ik vast niet goed. En toen ze me aaide, gaf ze een gilletje. Tja, op mijn rug ontbreekt het ook een beetje aan vacht in het midden. 'Ieiek, schurft of zoiets!', riep die vrouw. Ach, ik heb een dikke huid en ja, daar is het gewoon nog wat dikker. Jeuken doet het allang niet meer en zulke opmerkingen, die versta ik gewoon niet. Als dank nieste ik eens lekker over haar voeten. Niet een keer, nee, wel twee keer.